In de taalmethode wordt veel tijd besteed aan woordenschatonderwijs. Heel nuttig! Maar niet altijd effectief. Vorige week kregen de kinderen de volgende opdracht:
“Gebruik de woorden kalmeren, procedure en preventief in een verhaal”.
Er stond ook een afbeelding bij – zie onder. Enkele (alleen op typefouten gecorrigeerde) resultaten:
– De hond is preventief naar de asielzoeker gebracht. Ze hebben hem gekalmeerd en daarna geproceduurd en toen verliep het goed.
– De dierendokter kalmeert de hond preventief. De dokter geeft de hond een procedure.
– De dierenartsen proberen eerst het hondje te kalmeren en daarna moeten ze procedure voor het hondje zijn prevenitief te krijgen.
– De dierendokter kalmeert het hondje. Hij is procedure en preventief.
– Er is een procedure over een hond, maar het is preventief en hij moet kalmeren
– Het hondje gaat preventief zich controleren en hij kalmeert ook. Het baasje prodecuurt.
– Het hondje moet een preventief prik. Ze kalmeren hem. De man proceduurt de stagiaire.
Toch maar even opnieuw bespreken, deze nieuwe woorden.
De man proceduurt de stagiare???